Publicaties

September 2016 Augustus 2016 Juli 2016 Juni 2016


  archief




Ik ben compleet...
...als ik alles in mij accepteer. Als ik dat niet doe, ben ik wellicht ook compleet, maar pas ik een deel van mij niet toe in het leven - dus ben ik toch weer incompleet.
In wezen is ieder van ons 100% compleet. Wat ons desalniettemin incompleet maakt, zijn de delen die wij welbewust negeren, of welbewust niet willen zien. Die delen zijn er dan nog steeds, maar we permitteren ons niet er iets mee te doen. Wij zelf maken ons incompleet.
-We zijn allemaal liefde, zelfs als we er niet bij kunnen komen. We kunnen lieven, onszelf en een ander, ondanks mogelijke imperfecties in ons. Liefde hangt nooit af van perfectie.
Compleet zijn we ondertussen allemaal, of we dat nou zo ervaren of niet. Alleen zijn er delen waar we nog niet/onvoldoende bij kunnen komen. Ook het ego is daar deel van. Dat maakt ons mens, maar niet meer of minder dan al het andere wat in ons zit.
De gedachte dat er "wat aan schort", geldt voor iedereen, omdat ieder van ons op pad is naar de verdere ontdekking van zijn/haar eigen zijn. Daarvoor zijn wij hier, dat is ieders levenspad.




Bezit
Als je liefde ontdoet van alles wat het niet is (bezitsdrang, jaloezie,e enz.), dan is liefde alles wat als basis dient voor het voelen, ervaren en aangaan van (liefdevolle/voedende/stromende) verbindingen (met levende wezens).




Nooit...
...horen we dat we gelijk zijn, ondanks dat wat ieder van ons aan specifieke kwaliteiten heeft. En toch, dat is wat wij zijn, gelijken, mensen, mannen en vrouwen, wezens met (heel verschillende) kwaliteiten. De verschillen maken ieder van ons uniek, maar die verschillen maken niet de een meer of minder dan de ander.
Laten wij de verschillen 'vieren', i.p.v. die verschillen te zien als motivatie, als reden om ons tegen elkaar af te zetten. Alle conflicten, klein en groot, alle oorlogen, klein en groot, hebben als basis dat beide partijen zichzelf zien als beter, als 'meer', als recht hebbend op dat wat de ander heeft, zij het talent, zij het ruimte, zij het olie.
En toch, wij worden allemaal geboren uit het samengaan van een spermacel en een eicel. Dat de ene geboren wordt in het gezin A, op de plek A, en de ander in het gezin B, op de plek B, zou niet uit mogen maken. Dat de ene een donkere huidskleur heeft en een ander een blanke, zou niet uit mogen maken. Dat de ene geboren wordt in een regio waarin overleven uiterst moeizaam is, zodat hij (noodgedwongen) zijn heil zoekt in een regio waar dat makkelijker is, zou niet uit mogen maken.
Echt, jij en ik, hij, zij en ik en jij – wij allen zij gelijken. De enige verschillen zijn die wij er zelf tussen zetten. Als je de ander kunt zien als de mens, man en vrouw, die hij/zij is, los van huidskleur, los van maatschappelijke achtergrond, los van religieuze overtuiging, dan pas kan je jezelf zien als de mens die je bent, puur en onbevooroordeeld, open en onvoorwaardelijk. Want dat is wat ons allen wezenlijk kenmerkt – ook als we dat zelf nog niet (kunnen) zien.




Los daarvan...
...gaat het ons slechts om minieme verbindingen. Die met het gezin waarin je bent opgegroeid, die met vrienden, die met een partner, jouw kind(eren), die met een werkomgeving, clubverband, kerkgenootschap, de buurt waarin je leeft, de plaats/stad. Pas daarna kijk je verder. Naar mensen die jouw moedertaal spreken, die in jouw land wonen.
Is dat er, en dat is voor veel mensen al zoveel dat het niet meer te bevatten is, pas dan kan je verder kijken. Wellicht komen dan aspecten als ras, gelijksoortige maatschappelijke achtergrond, enz. om de hoek kijken. Dat de Europese Unie zoveel problemen heeft, komt doordat wij ons in feite alleen willen verbinden met wat er in jouw directe omgeving plaatsvindt. Wat verder weg is, tja, dan heersen er alleen vooroordelen.....




Heel zijn
Ik (mijn ego, maar ook mijn hart) ervaar jou als jou, dus als iets buiten mij. Pas als dat niet het geval is, als ik dát wat jij ervaart, ook ervaar, pas dan is er geen afgescheidenheid. Tot dat moment is het “niet afgescheiden zijn” een mooi, spiritueel "sprookjes", met een kern van waarheid voor wanneer wij dáár ooit wel zijn.
De heelheid in mijzelf ervaren, is mijn doel. Vooralsnog ligt die heelheid buiten mij, al zijn er zat momenten waarop ik die heelheid wel degelijk denk te ervaren.
Niettemin, heelheid in mijzelf ervaren, is, denk ik, wat anders dan (onder)deel zijn van een wereld zonder afgescheidenheid. Het zinnetje "(onder)deel zijn van" zegt het al. Was er geen afgescheidenheid, dan waren jij en ik en alle anderen één, en vond er geen aanhoudende uitwisseling van ideeën plaats.




Kwetsbaar
Hoe kan/mag/moet ik een nieuwe liefde in mijn leven duidelijk maken wat mijn verlangens zijn? Hoe die te verwoorden, of juist niet, hoe die in handelingen om te zetten, of juist niet?
Ik merk dat ik het niet meer weet, dat ik het verleerd ben, of wellicht nooit geweten heb, dat ik niet die ervaren man ben die ik zou willen zijn. Maar ook dat ik mij tegengehouden voel door 'oude' ervaringen die minder plezierig waren, die voor mij voelden als een overduidelijk ja van de ander, terwijl na afloop bleek dat die ja eerder een neen was geweest, met alle narigheid van dien.
Het is zo verschrikkelijk makkelijk om fouten te maken, dat wat de ander zegt/doet/aangeeft verkeerd te interpreteren. Het is zo makkelijk om het verkeerde te zeggen, het verkeerde te doen, de ander tegen jou in het harnas te jagen.
En als je a zegt, mag je dan veronderstellen dat er een b kan volgen? Enz.
Het is onzekerheid die mij dit doet zeggen, ofwel angst om te falen, angst om iets te verliezen, dat er nog niet eens is.
Ik huiver en tril, voel mij klein en kwetsbaar. En weet dat ik daarin uiteindelijk ook mijn kracht zal moeten gaan vinden.




En toch...
Dat wat ik schrijf/deel is nieuw noch on(g/b)ekend.
In feite is alles al (eens) gezegd, en zoeken we alleen nieuwe manieren om hetzelfde nogmaals en toch weer 'anders' te zeggen.
En wellicht (als we geluk hebben) in een ietwat nieuwe(re) context.




Echte liefde gaat nooit voorbij
Gaat die wel voorbij,
voel je die niet meer,
dan was de liefde geen 'echte' liefde,
maar een 'elkaar gebruiken':
gemakkelijk, handig, fijn,
als in een comfort-zone.

Alle vrouwen die ik ooit echt heb liefgehad,
daar hou ik nog van.

Het zijn geen actieve liefdes meer,
maar de liefde is er nog wel degelijk.

Het belangrijkst is en blijft
de liefde die nu geleefd
kan en mag worden.

En aan die liefde wijd ik mij.




Ik weiger...
Ook mooie en waardevolle oordelen kunnen jou beperken.

En de oordelen waarvan je iets kunt leren,
kun je na gebruik links laten liggen.

Ik weiger mij nog ooit te laten beperken door oordelen.

Elk oordeel daagt mij uit aan hem voorbij te gaan
en er geen waarde aan toe te kennen.

Zonder oordelen kan ik veel verder komen.




Wat nu?
Er gebeurt iets dat mij raakt. Wat nu?
'Wat nu' heeft een direct gevolg voor het 'hier en nu'.
Elk antwoord daarop kan uitsluitend direct geïnterpreteerd worden.
Maar kan ik erop vertrouwen dat alle eerder opgedane inzichten voldoende zijn om mij in het nieuwe, het ongewisse, het onbekende, te leiden?
Het oorspronkelijke 'weten', de dieper gelegen kennis in mijn hart, het vertrouwen op mijn kern, mijn krachtbron, en het pad dat zij tot dan toe bewandeld heeft om te komen waar ik nu ben – vind ik daar mijn antwoorden? Of doen de antwoorden er uiteindelijk helemaal niet meer toe en kan ik, los van wat er gebeurt, handelen in de zekerheid dat 'het' goed is?
Soms denk ik dat ik alles los kan laten. En soms wou ik dat ik maar zo zelfverzekerd was en zoveel houvast, zoveel (zelf)vertrouwen had.




Open of gesloten
Het gaat om 'open staan'.

Open staan voor wat er kan zijn,
voor wat zich aandient,
voor wat jij (in en buiten jouzelf)
kwijt bent (geraakt) en/of nodig hebt.

Uiteindelijk is alleen belangrijk
dat je jezelf de ruimte geeft
om te kunnen ervaren en groeien.

Doe je dat niet,
snoer je jezelf in,
dan doe je jezelf zo tekort.

En natuurlijk die ene andere persoon
met wie jij je diep
zou willen/kunnen verbinden.




Anders...
Alles is subjectief, hoe 'objectief' je 'iets' ook probeert te benaderen, hoezeer je ook overtuigd bent van jouw objectiviteit – altijd blijft er iets van een persoonlijke kleuring achter.
Want niemand is zonder kleuring, niemand is zonder achtergrond, zonder conditioneringen, zonder een basis die hem/haar deels is overgedragen, of die deels zelf is verworven.
Hier is natuurlijk niks mis mee.
Leve de kleuringen, leve de veelzijdigheid, leve de enorme verschillen, die het leven zó aantrekkelijk maken!




Alleen – eenzaam?
Ik 'weet' het. Alleen staat niet gelijk aan eenzaam.
Sterker nog, ik ben vaak alleen en beslist niet eenzaam.
Maar soms, als alles onder mij weg dreigt te vallen, als ik nergens meer enige steun denk te kunnen vinden, voel ik mij zo klein, zo alleen, zo eenzaam en kwetsbaar.
En het erge is dat ik dan niets meer kan, dat ik nergens energie voor kan vinden, dat ik het liefst in een hoekje wegkruip, ver weg van alles wat mij wellicht nog enig houvast zou kunnen geven.
Daar ben ik soms. In de wetenschap dat ik er wel weer uitkom. Dat lukt mij namelijk altijd wel. Vroeg of laat.
En dan kom ik weer bij het diepere besef dat ik juist in mijn alleen-zijn mijn sterke mooie 'ik' ben, dat ik 'alles' ben, en eigenlijk niets meer/anders nodig heb.
Maar soms, eventjes, ben ik daar niet.




Liefde – leven
In liefde zijn, is 'leven' –
soms héél fijn,
soms minder,
maar altijd in beweging:
het leven bevestigend.


Controle
Veel mensen willen alles graag onder controle hebben, sommigen zijn heuse controlefreaks.
Soms is dat ook nodig, vaak echter volstrekt overbodig. Het houdt je af van waar het werkelijk over gaat.
Pas zodra je alle houvast loslaat, sta je jezelf toe werkelijk te leven.
Het allermoeilijkste om los te laten, is dat wat jou het meest na staat. En toch is dat het allerbelangrijkste om los te laten. Pas dan ben je echt vrij en wacht jou het leven in alle geledingen.




Relaties: plus en min
Alles zit in ons. En het is de liefdespartner die jou helpt alles uit jou te halen, die jou steunt jouw werkelijke potentieel te verwezenlijken. En jouw potentieel loopt van het diepste, gruwelijkste 'min' naar het hoogste, hemelse 'plus', met alles wat daartussen ligt.
Alleen, in jouw eentje, kan je een heel eind komen, maar juist in een liefdesrelatie triggert de partner jou (en jij hem/haar) om werkelijk bij alles te komen, om werkelijk via 'alle hoeken van de kamer' alle facetten van jouw zijn te (h/v)erkennen. Want: zonder pijn geen fijn. En andersom.
Vind je dat te dynamisch, te vermoeiend, te eng? Zak dan lekker weg in jouw comfort zone, op de bank voor de buis, alleen of samen. Kies je voor het leven, ga je de uitdaging aan die de liefde jou geeft? Dank dan jouw partner voor alles dat hij/zij jou te bieden heeft, voor de triggers die hij/zij jou presenteert, soms rustig achtereen, soms als in een achtbaan.




. . .
Ook dan
is het fijn
als anderen
tonen
jou aardig,
lief
en/of
bijzonder
te vinden.

Maar als dat uitblijft,
mis je niks.

Want
jouw
wezenlijke eigenwaarde
put je
alleen
uit jezelf.




(Dis)balans
We kunnen het overal over hebben, over hoe meer en beter in liefde te komen, over hoe we in deze wereld in liefde kunnen leven, over hoe om te gaan met de verschillen tussen mannen en vrouwen, enz.
Maar zolang de balans ver te zoeken is, kom je nergens.
Hoe kom je in balans? Is balans überhaupt mogelijk? En is balans echt zo belangrijk?
Balans is in dit mensenleven hooguit te benaderen.
Disbalans is onze realiteit.
Het streven naar balans is wel onze belangrijkste levenstaak – terwijl het ook weer geen strijd mag zijn. Naar balans zoeken is ons meest natuurlijke zijnstoestand, het is ook geen zoeken, maar eerder 'zijn', een beetje wegen, de ene kant uit, dan weer de andere kant uit, een beetje meer, een beetje minder.
Op de momenten dat we het meest in balans zijn, zijn we ook het meest in liefde, het meest verbonden met onze kern, met anderen en met het al om ons heen.
Hoe je het meest in de buurt van balans komt, is door jouzelf te bevrijden van dát wat niet van jou is. Dat is voor veel mensen erg moeilijk, omdat ze niet kunnen (en wellicht ook niet willen) onderscheiden tussen dat wat van hen is en wat niet. Je bent immers grootgebracht met normen en waarden. En daar heb je ook baat bij, of denk je dat te hebben.
En toch is het essentieel dat je inziet en onderscheid maakt tussen dat wat van jou is (dát wat kloppend is en echt bij jou past) en dat wat niet. Héél veel oordelen die jij hebt, zijn bijvoorbeeld niet van jou. Ga na wat jij echt zelf ergens van vindt. En laat los wat niet van jou is. Dat hoeft niet in één keer. Beetje bij beetje is ook goed. Voel wat jouw specifieke tempo is. Maar blijf in beweging – ook al is het confronterend en doet het pijn.
Des te minder ballast, des te groter de balans.




Liefde
Liefde is alles – behalve bezitten.

Liefde is ook niet altijd even leuk,
maar dat hoeft ook niet.

Liefde stelt immers geen voorwaarden.

Elke relatie dient vooral voor groei.

Niet voor het fijn,
al kan het heel, heel fijn zijn.

Liefde gaat niet over realisatie,
maar over voelen
en ervaren wat er kan zijn
en wat er niet kan zijn.

Liefde is loslaten
en wie loslaat,
ervaart alles wat er wel is,
wat er wel kan zijn,
veel dieper.




Kiezen voor een vegeterend bestaan?
Dat mensen zich door teleurstellingen laten beïnvloeden, snap ik.
Dat mensen steeds weer redenen zoeken om iets niet aan te gaan en daardoor mogelijke teleurstellingen te voorkomen, snap ik niet. Dat is toch echt kiezen voor een vegeterend bestaan.
Zelf heb ik vele malen mijn hoofd gestoten, maar liever een flinke buil, dan niet meer de gelegenheid krijgen mijn hoofd te stoten en de kans te missen dat er iets moois zou kunnen ontstaan.




Onvoorwaardelijke liefde
Het is helemaal niet zo simpel om in een staat van onvoorwaardelijke liefde te komen. Het heeft mij jaren gekost en ik heb het nodige moeten overwinnen. Maar ik ben daar wel gekomen en ben niet meer van plan daar weg te gaan.
Ook als je daar eenmaal bent gearriveerd, is het niet altijd even makkelijk.
Was mijn liefde wel zo onvoorwaardelijk toen mijn geliefde zodanig over mijn grenzen ging, dat ik er 'neen' tegen zei?
Daar heb ik het lang moeilijk mee gehad. Niettemin was mijn 'neen' tegen het overschrijden van mijn grenzen geen 'neen' tegen de liefde - hoezeer het leven van die liefde daardoor ook onmogelijk werd.
Voor mij heeft "onvoorwaardelijke liefde" beslist niet te maken met "blijven geven en niks terug verwachten" en "blij zijn met wat je krijgt". Het gaat wel over verwachtingen loslaten en zijn met wat er is.
Soms kom je grenzen tegen. En dan ben je het aan jouw eigenliefde verplicht daarnaar te handelen. Niet makkelijk, niet fijn, maar uiteindelijk bevrijdend.




Als hondjes
Wat is dat toch dat mensen, als ze elkaar ont-moeten, eerst de kat uit de boom kijken. Waarom kunnen ze niet zijn als kinderen, die elkaar onverdroten tegemoet treden? Of als hondjes, die, als ze elkaar tegenkomen, elkaar enthousiast besnuffelen en met elkaar spelen?
Stel je eens voor dat wij mensen dat op straat zouden doen. Wat zou dat toch mooi zijn.
Waarom al dat wantrouwen? Dat elkaar het licht in de ogen niet gunnen? Het jezelf altijd maar weer beter/meer/superieur achten? Wij zijn toch gewoon wie wij zijn? Met al onze flows, negatief en positief. Waarom dan niet de acceptatie van de ander als de spiegel van onszelf?
En ik? Waarom speel ik niet met iedereen op straat? Waarom trek ik mij terug als een kluizenaar om van daaruit in relatieve veiligheid uit te reiken naar de wereld?
In een channeling werd mij verteld dat ik mij boven de ander stelde. Dat ik daarom geen contact aanging. Dat ik dat eerst moet doen, voordat ik zelf verder kan komen.
Waarom ben ik geen kind, dat onbevooroordeeld het contact met de ander aangaat, of het hondje dat zijn soortgenoot, groot of klein, met volle aandacht, nieuwsgierig besnuffelt? Zij leven in het hier en nu. Steeds weer in het hier en nu. Waarom kan ik dat niet?




Kansen
Door angst toe te laten
in jouw leven,
kan angst de voeding krijgen
werkelijkheid te worden.

Ik weiger mij nog ooit
te laten beperken door angst.

Elke angst is een uitdaging
en biedt mij de gelegenheid
ergens te komen
waar ik daarvoor nog niet was.




Open
Alles is tijdelijk, behalve de liefde die je voor jezelf voelt (of kunt voelen). Ondertussen is het wel goed (en fijn) om aan anderen te mogen groeien. Om in mijn eentje echt verder te komen, is vaak knap lastig. De spiegel die geliefden en vrienden mij (hoe tijdelijk soms ook) voorhouden, is heel welkom. Met de pijn, die volgt op een bijna onherroepelijk 'einde', moet ik zien te dealen. Iedere keer is die pijn aanwezig, elke keer is die weer anders omdat er in die relatie, in het relateren met die persoon, iets anders de boventoon heeft gevoerd. Die pijn kan nog zo groot en heftig zijn, nooit brengt die mij in de angst voor een nieuw uitreiken. Ik blijf onder alle omstandigheden open staan voor de ander(en) en voor de wereld.




Mijzelf...
Mezelf (mogen) zijn, dat is eigenlijk altijd mijn grootste probleem geweest. En, jaren geleden, toen mijn eigenliefde nog veel te wensen overliet, liet ik mij erdoor beperken.
Ik denk dat ik altijd een wezen van liefde ben geweest, nu duidelijker dan ooit, maar ook toen ik nog zoekende/dolende was. En als ik in liefde was, opende ik mij aan de ander. En het mij openen, eerlijk en kwetsbaar, had vaak tot gevolg dat de ander zich eveneens opende.
Later, als de liefde door wat voor reden ook (vooral onbekendheid, onzekerheid, uiteenlopende ideeën, enz.) stokte of niet meer kon zijn (praktisch gezien, in wezen stopte die nooit), kreeg ik soms het verwijt naar mijn hoofd geslingerd de ander ten onrechte te hebben geopend en haar gepijnigd en kwetsbaar te hebben achtergelaten.
Hoezeer die kritiek misschien ook terecht was, voelde ik mij aangevallen, onbegrepen en gekwetst. Want ook ik had mij geopend. Ook ik voelde elke keer de pijn, de kwetsbaarheid en verlatenheid.
Had ik anders moeten handelen? Kan ik überhaupt iemand anders zijn dan mijzelf, mijn mooie, open, eerlijke zelf?